Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zal Ik nu [44]afgaan en bezien, [45]of zij naar [46]hun geroep, dat tot Mij gekomen is, [47]het uiterste gedaan hebben, en zo niet, Ik zal het weten. 44. Zie boven hfdst.11 vs.5. 45. God weet alles volkomenlijk van zichzelven, maar Hij spreekt hier menselijker wijze, als een, die niet wil straffen zonder onderzoek en volle kennis der zaken. 46. Namelijk, der stad Sodom, of, naar het geroep desgenen, tot dat, enz. 47. Hebr. de voleinding gedaan, of, gemaakt. Dat is, de maat van hun zonden vervuld hebben. Zie boven hfdst.15 vs.16; 1 Sam.20:7,9. Anders, of zij de uiterste verwoesting met hunne werken verdiend hebben.